Diego Maradona
Het Olympisch Stadion heeft in haar bijna honderd jaar bestaan diverse uiteenlopende gebeurtenissen in huis gehad, maar nog nooit een filmpremière. Op 5 augustus 2016 kreeg niet minder dan Maradona de eer. Een film van Asif Kapadia, getiteld: Diego Armando Maradona.
Carla de Groot, directeur van het stadion, zei voordat de film voor duizend toeschouwers op een groot doek voor de eretribune van start ging: ‘Op de grasmat waar vele voetbalgrootheden hun talenten hebben vertoond en waar grote successen zijn gevierd, mag een legende als Maradona niet ontbreken. We zijn er trots op dat we hem op deze manier ook kunnen verwelkomen op de heilige grond.’

Bij een gewoon bezoek aan de bioscoop sta ik al bij de eerste regels van de aftiteling met mijn jas aan, bij mijn fiets. Zelfs aan het begin van de avond denk ik er nog even over om niet te gaan. Maar de locatie van de première van de film en de pure nostalgie die ik voelde, trokken me over de streep. Het Olympisch Stadion is natuurlijk wel de plek waar ik veel heb meegemaakt die bijna mijn tweede leven is geworden en daarom mocht ik op deze avond ook niet ontbreken. ‘Ik zag Frank Kramer voetballen in het Olympisch Stadion, zag Ajax door de mist met 5-1 van Liverpool winnen, zag Johan Cruijff als eerste international in de geschiedenis van het betaalde voetbal uit het veld gestuurd worden, en zag als zevenjarige jongen, samen met mijn vader, Blauw Wit spelen.’
Het was misschien ook mijn laatste kans om samen met onbekenden in Mijn Olympisch Stadion op deze manier langs de “Wall of Fame” te wandelen. Dat we in de kou naar een film gingen kijken, moet ik maar op de koop toenemen. Wat kon mij die hele Maradona eigenlijk schelen. Dat wisten we nu wel. Een zeer goede voetballer; foute vrienden; leuke moeder; cocaïne; 125 kilo te dik en trainer van een of andere club in de Verenigde Arabische Emiraten. Zet er leuke muziek onder en je hebt een film. Ik kon het verhaal in de film vooraf wel dromen en toch ging ik. Ik wilde over het heilige gras van Mijn Olympisch Stadion lopen, al had ik dat al honderden keren eerder gedaan bij mijn rondleidingen. Nu was het anders. Ik ging slechts een beetje rondhangen, die film kijken en dan naar huis. Het ging mij eigenlijk vooral om de entree. Het magisch moment van eerst samenhokken voor het stadion, dan de poort open, naar binnen lopen langs de “Wall of Fame” en dan altijd weer dat overweldigende gevoel: het gras en de langzaam vollopende tribunes. Vroeger was ik jaloers als ik boven in het stadion zat. Dacht ik: had ik maar wat aan mijn knie, dan zat ik tenminste bijna op het veld in een rolstoel.
Maar het liep allemaal geheel anders. Toen ik binnenkwam, kreeg ik met een sjaal, met Diego Maradona er op. Ik wacht op uitleg, maar die kwam niet. Dat zou ik dan wel leuk hebben gevonden. Deze sjaal is precies even lang als de eerste lijn cocaïne die Diego in Napels kreeg aangeboden van de burgemeester. Het blauw in de sjaal is precies de kleur blauw rond het oog van zijn vriendin, op dat moment: Rocio Oliva. Dwars over het veld was een blauwe loper neergelegd. En op de oude middenstip is een levensgrote foto van het hoofd van Maradona te zien. Je kon daarnaast gaan staan met je duimen omhoog of met een denkbeeldig rietje in je neus, en daarna door een van je vrienden een foto laten maken. Ik keek aandachtig en maakte notities op mijn blocknote voor mijn verhaal.
Opeens stond David Endt naast me, de oud-teammanager van Ajax. De man die alles weet over het Italiaanse voetbal en op afroep zelfs de schoenmaat van alle Italiaanse voetballers van de serie A kon op dreunen. Hij vroeg me, met sjaal: ‘Wat heb jij met Maradona?’ Ja, daar stond ik dan. Wat ik nu ging antwoorden was beslissend. Lekkere voetballer leek een verkeerd antwoord. Dat zei je bijvoorbeeld over de in 2013 overleden Gerrie Mühren. Moeilijk mens was ook verkeerd. Wat dan? Ik wist dat David Endt altijd boodschappen heeft gedaan met Zlatan Ibrahimovic toen deze nog bij Ajax speelde. Hij stond in de Albert Heijn naast de paardenstaart om hem te leren zelfstandig boodschappen te doen. Hij had woedeaanvallen moeten aanhoren als bepaalde producten niet uit Zweden kwamen. Om de woede van Zlatan enigszins te bekoelen nam David hem mee naar IKEA om Zweedse gehaktballetjes te eten. Daar had David Endt naast gestaan en nu stond hij naast mij, terwijl ik nog steeds naar een antwoord zocht. ‘Magistrale gekte,’ zeg ik, en direct had ik spijt. Te voor de hand liggend. Maar ik werd gered door vier mannen. ‘Kijk,’ zeg ik. De mannen tikten schuchter een bal naar elkaar toe.’ ‘Het heilige gras,’ zei David. We kijken samen hoe de mannen hun jasjes uitdeden en er doeltjes van maken. Allemaal vast ooit met hun vader naar het stadion geweest. ‘Zeker weten,’ zei ik. ‘Let maar op. Ik ga met ze lullen en binnen een halve minuut hebben ze het vast over FEBO, toen die nog op het Stadionplein stond. Warme kroket in je linkerhand, je andere hand in die van je vader.’
Ik ging naar de mannen toe en vroeg hoe zij de première ervaren. In de tweede zin viel meteen al het woord FEBO. In de derde zin het woord vader. Ik draaide me om en zocht David. Hij stond te praten met iemand in een felgeel ribfluweelpak. Waarschijnlijk een lekkere, “gekke” voorzitter van een Amsterdamse amateurvoetbalclub.
Ik liep toch nog even terug naar die grote foto met dat hoofd van Maradona, om te kijken naar de gezichten van de mensen die met hem op de foto gingen. Gerenommeerde mannen en vrouwen, en niet de minste, drukten hun gezichten tegen elkaar en wachten tot de foto was gemaakt. Vrouwen kusten vol vertedering de lippen van Maradona! Sommige mannen hielden de achterkant van de sjaal boven hun hoofd. Ik las op de sjaal vier woorden naast elkaar: “Rebel, Hero, Hustler, God.” Dat moet ik even noteren.
Ik keek naar de eretribune en het filmscherm. Dit werd een krankzinnige avond. We gingen met duizend man tegelijk, met de gekregen goodie bag op schoot en de Maradona popcorn tussen onze dijen, samen kijken naar een tragedie van maar liefst twee uur en tien minuten lang.
Het was nog niet donker genoeg, dus werden er maar wat interviews afgenomen met de maker van de film en oud-doelman Theo Snelders, de voormalige keeper van FC Twente. Snelders had lang geleden op 15 augustus 1985 in Napels ooit tegen Maradona gespeeld maar kon zich daar weinig van herinneren. Interviewer Wilfried de Jong: ‘Kom op Snelders, we weten dat je tegen Maradona hebt gespeeld. Er was toen veel rook en geluid, weet ik nog. Hoe zat zijn haar? Zeg ons hoe lekker Maradona rook.Snelders mompelde dat hij tot een week geleden eigenlijk niet wist dat hij tegen hem had gespeeld. Maar na wat aandringen herinnerde Theo toch nog dat hij een omhaal van Maradona tegen de lat tikte. Applaus op de tribune. Wilfried bleef doorvragen en wrong, als een echt politieverhoor, nog een herinnering uit Theo. Die vertelde dat hij een bal van de voet van Maradona plukte, waarbij hij zijn schoen verloor. Theo riep: ‘Hé, mijn schoen!,’ toen Diego met die schoen onder zijn arm wegliep en die tien meter verder teruggooide. Een nog groter applaus volgde.
Vervolgens wordt de regisseur van de film, die op de eretribune met zijn gezin zat, gevraagd naar voren te komen. Hij moet een ingewikkelde route naar het podium lopen. Wilfried versloeg zijn tocht als een echte etappe in de Tour de France: ‘Hij staat op. Daar gaat hij. Trappetje rechts, trappetje omhoog, we zien hem even niet meer. Ja, daar is hij weer, links om dat muurtje, naar beneden. Pas op, niet vallen. En dames en heren, ik zie hem, ja daar is hij: Asif Kapadia.’ Er volgde nu een daverend applaus! Oscarwinnaar Kapadia spreekt bezeten over zijn project, over vijfhonderd uur ruw materiaal. Over Maradona, die wel geïnterviewd was,, maar niet gefilmd wilde worden, en intussen dacht ik op de tribune: Theo tikte een bal tegen de lat en Maradona raakte zijn schoen aan.
Daarna kijken we naar de film. Wij maakten Maradona met zijn allen. We wilden zo graag een God op voetbalschoenen. Maradona’s moeder was de hoofdschuldige, want ze is nog wel zijn grootste fan. De moeder begreep het: Roem. Zij begreep wat een camera betekende: geld. Als ze je gingen filmen, dan ging je geld verdienen, of ze kwamen er achter dat de dochter van de buren zwanger was. In het geval van Maradona klopt het allebei. Midden in de film zag ik allemaal voetbalfragmenten – de verhalen over de Italiaanse maffia, de bewondering die snel omsloeg in haat, de vlucht uit Barcelona, de vlucht halsoverkop uit Napels. Maar de beelden van Maradona, naast zijn moeder(en nu ook zijn vader erbij), maakten nog de meeste indruk.
Het begon mij een beetje te benauwen, daar op de eretribune van het Olympisch Stadion. We zagen met zijn allen hoe een vrolijke, getalenteerde jongen langzaam werd opgeslokt door een allesvernietigende bewondering. Daar zaten we naast elkaar op de tribune van het stadion, met ons Maradona-waterflesje, ons Maradona-popcorn en niet te vergeten onze Maradona-sjaal. We kijken naar de laatste twintig minuten van de film en beseften ineens de ondergang van een kansloze jongen. Wij hingen om hem heen. Jaagden op zijn shirts. Wij waren zijn beulen, een leven lang geweest en hebben hem geen meter ruimte gegeven. Zijn moeder offerde hem. Zij gaf haar zoon weg aan ons, de voetbalfans. Hij heeft Argentinië in 1986, vlak na de Falklandoorlog, weer trots gemaakt door met een simpele handbeweging (“De hand van God”) zijn land de wereldtitel te schenken. Diego was de jongen op het strand. Maradona, die cocaïne snuivende dwaas, die steeds maar meer aandacht eiste, als liefde. Maradona was tijdens zijn leven van iedereen geweest en na zijn dood zal hij nog steeds van iedereen zijn
De film eindigde met Diego Maradona die in een deuropening van een villa stond. Naast hem stond een man met een baard. Het was zijn inmiddels volwassen zoon, die echtelijk was verwekt. Eindelijk erkende Diego dat hij de vader was. Voor tientallen fotografen stonden ze voor de deur, samen op de foto. Daarna sloot Diego de deur. En ik ging naar huis.
Diego Armando Maradona overleed op 25 november 2020 in Dique Luján (Argentinië). Hij werd slechts zestig jaar oud.
Benieuwd naar nog meer verhalen van Bab Barens? Zijn derde boek ‘Mijn Olympisch Stadion’ is vanaf nu verkrijgbaar via Boekscout.
